Christus Zaligmaker / twee engelen - Sint-Katelijnevest (Sint-Carolus Borromeuskerk, toren)
Jan Baptist (I) Van Hool, 1834, natuursteen, houten kruis - Monument 20 februari 1939
De 58 meter hoge baroktoren bevat op de tweede torengeleding drie meer dan levensgrote vrijstaande beelden in nissen. Aan de oostkant (Sint-Katelijnevest) een Christusfiguur, aan de zuid- en noordkant telkens een staande engel. Net als de sculptuur voor het H. Sacrament is dit werk van Jan Bapist (I) Van Hool uit 1834. Dit alles werd gerealiseerd bij de restauratiecampagne van de kerk (1831-1835) onder de leiding van architect Louis Auguste Serrure (1799-1845) en verving de in de Franse periode (ca. 1797) verdwenen beelden. <noot 1>
Gericht naar de opkomende zon, het nieuwe licht, wordt Christus als Zaligmaker (Salvator) voorgesteld. Hij is gekleed met een lendendoek, in zijn linkerarm rust het (grote) kruis van de overwinning.
In de zuidelijke nis houdt de engel zijn armen meditatief voor de borst, de noordwaarts gerichte engel sluit zijn handen voor zich in gebedshouding. <noot 2>
• <noot 1> Op een ontwerptekening voor de klokkentoren van Pieter Huyssens (te dateren na 1617) en ook op de gravure uit ca. 1650 van Jean de la Barre (1603-1668), die beiden de oostgevel tonen, wordt een sculptuur weergegeven die als Christus Zaligmaker te herkennen valt. (Zie: Peeters 1924, pl. 3 (na p. 18) en Lombaerde 2008b, p. 92, 230, fig. 16 D, E, F). Het raam aan de torenbasis, met vandaag een voorstelling van het H. Sacrament, bevat op deze prenten geen invulling met sculptuur. De engel aan de noordzijde is te zien op een prent van Jacques Neefs uit ca. 1680. (Zie: Lombaerde 2008b, p. 86, 230, fig. 8).
• <noot 2> P. Lombaerde vermeld ze als engelen met passiewerktuigen, hoewel niets in de voorstelling hierop wijst. Een passiesymboliek kan al evenmin gevonden worden in de nisomlijsting. Die is voor beiden identiek, met bovenaan een dubbelgevleugelde engelenkop en onderaan een rolwerk met onbeschreven cartouche in hartvorm.
Boven: Links: De Christus Zaligmaker na de restauratie en reiniging van de toren, foto's WS 2008. Rechts de situatie in 2002
Hieronder, de zuidelijke kant van de toren gezien vanop de Boerentoren. Centraal de engel aan de Zuidkant, rechts de engel van de noordelijke torenkant.
- Iconografie: zie voetnoot 1 en Lombaerde 2008b, p. 93 fig. 17 (Christus); KIK, B179729 (1959)
- Literatuur: Thyssen 1902, p. 329-330; Thyssen 1922, p. 275; Bouwen 3na 1976, p. 115; Ruyssevelt 2001, p. 35; Madonna 2010, p. 208. F. Huybrechs, 'Over de geschiedenis van St.-Carolusparochie te Antwerpen 1773-1803-1980', s.l. [Antwerpen], 1980, p. 16
- Referentie: vkb1.1111
Citaten:
"In de periode 1831-1835 werd veel herstellingswerk ondernomen aan de St.-Caroluskerk onder de leiding van architect L. Serrure. Het begon in 1833 met de toren, waar de beeldhouwer J.B. Van Hool het jaar nadien de beelden van de Salvator en van twee engelen aanbracht. In 1838 vervaardigde Kockerols de doopvont en in 1843 werden de marmers van de St.-Ignatiuskapel bijgewerkt. H. Redig plaatste het gestoelte in de zijbeuken in 1841. Het is dan ook met rechtmatige trots dat de pastoor zijn kerk toont aan kardinaal Sterckx, zoals is afgebeeld op een schilderij van R. Weiser uit dit jaar." [F. Huybrechs, 'Over de geschiedenis van St.-Carolusparochie te Antwerpen 1773-1803-1980', s.l. [Antwerpen], 1980, p. 16].
"SINT-KATELIJNEVEST / Tegen de gevel van de lantaarntoren hangt een beeldengroep, De Aanbidding der H. Eucharistie door Jean-Baptiste van Hool. Beeldengroep in steen (1834). (…). Een bouwlaag hoger, drie meer dan levensgrote figuren in de nissen. In de oostelijke nis, Christus als verlosser, slechts gekleed met een lendendoek en met een groot kruis in de arm; in de zuidelijke nis, een gevleugelde engel met voor de borst gekruiste voorarmen; in de noordelijke nis, een engel met in gebed gevouwen handen.
Lit. Thyssen 1922, p. 275; Bouw 3na 1976, p. 321; Goethem 1999, p. 354." [Ruyssevelt 2001, p. 35]