Opnieuw moeten we het droevige nieuws melden van het overlijden van één van onze eminente leden. Na Etienne Van Caster en Roland Op de Beeck, is nu ook Baudouin Goeminne ons ontvallen, op 21 augustus ll.: een innemende persoonlijkheid, actief in tal van verenigingen en die tijdens zijn professionele loopbaan grote verantwoordelijkheden droeg.
Geboren in Aalter en met zijn typisch Oost-Vlaams accent zakte hij om professionele redenen af naar Antwerpen. Onmiddellijk omarmde hij Antwerpen en het was wederzijds. Liefde voor kunst en zorg voor de medemens gecombineerd met een diep geloof kenmerkten hem. Hij kon de mensen rondom zich begeesteren door zijn enthousiasme, met inhoudelijke argumenten, een vleugje humor en veel respect voor andermans standpunt. Hij kon een ploeg motiveren. Hij was aandachtig, merkte alles op en wierp het op tafel. Hij kwam ook op voor nieuwe ideeën en was een begenadigd verteller. Ook in onze vereniging was Baudouin een actief en gewaardeerd lid.
Eén van zijn meest opzienbarende acties was zijn ijver om internationale bekendheid te verwerven voor de werking van onze vereniging door ons kandidaat te stellen voor de Europa Nostra Prijs en dat is ook gelukt. In 2001 werd een dossier ingediend naar aanleiding van de restauratie door Kim Raymakers van het Madonnabeeld op de hoek van de Pieter Van Hobokenstraat en de Prinsesstraat. Fier mocht Baudouin het ereteken in Stockholm gaan afhalen. Ware het niet dat de dag van de officiële uitreiking zijn lieve echtgenote Anne-Marie zwaar ziek gehospitaliseerd moest worden en Baudouin haar daar heeft bijgestaan. Dit ereteken hebben we nadien ontvangen, als eerbetoon aan onze volledige werking met religieuze gevelbeelden. Korte tijd voordien heeft Baudouin de bloemetjes buitengezet en wel door een project op te zetten om de Mariabeelden in de binnenstad met bloemen te sieren. Typisch voor de joviale en kleurrijke figuur die Baudouin was.
Wij laten om te eindigen Baudouin zelf aan het woord. Voor het beeld op de hoek van de Oude Beurs en de Schoenmakersstraat moest de herstelde duif met stralenkrans na restauratie teruggeplaatst worden. Ziehier het relaas dat Baudouin hiervan opstelde als plichtbewuste sector verantwoordelijke.
“Een paar weken geleden was het zover dat duif en stralenkrans, dankzij de tussenkomst van verschillende vrijwillige ‘specialisten’, konden teruggeplaatst worden. Wij hadden onze lange ladder – drie lengtes uiteengetrokken – op de scheve kasseien en tegen de schuine gevel geplaatst. Niet meer van de jongsten en ook niet zo heldhaftig, waren wij, met mooi herschilderde duif en schitterend vergulde stralenkrans in de hand, aan het overleggen wie nu op de ladder zou stappen en wie ze zou vasthouden. Een voorbijganger staat ons gade te slaan. "He, wat is hier aan het gebeuren, gaat ge onze madonna terug wat opfleuren? Moeten die duif en die stralenkrans naar boven? Geef maar hier, ‘k zal ik dat wel doen. Ik ben dakwerker van beroep". Zo gezegd, zo gedaan, de man neemt ons materiaal ter hand, stapt zonder de minste aarzeling op de ladder, brengt het geheel naar boven en – met de twee handen vrij – fixeert alles zoals het hoort. "Dank u, zulke mannen hebben wij nodig!" "Oh, met veel genoegen, ik ben wel nen echten atheist, maar voor zulke zaken moogt ge ‘s zaterdags altijd op mij beroep doen". Dit is natuurlijk niet in dovemans oren gevallen. Naam, adres en telefoon werden spoedig genoteerd.”
Wij zullen de vriendschap, de vreugdevolle aandacht, de bemoedigende woorden en zoveel andere geschenken die Baudouin ons gegeven heeft dankbaar bewaren en verder doorgeven.