Onze-Lieve-Vrouw met Kind - Bloemstraat 67, Borgerhoutsestraat
Op de afgeschuinde hoek van de Bloemstraat met de Borgerhoutsestraat treft men een 19de-eeuwse beeldengroep aan van Onze-Lieve-Vrouw van het Heilig Hart.
Maria, rechtopstaand, spreidt haar armen en presenteert het voor haar staande Kind aan de voorbijganger. Jezus, als kleine jongeling voorgesteld en gekleed, wijst met zijn linkerhand op een symbolisch hart en maakt met de rechterhand een zegenend gebaar.
In 1922 vermeld Thyssen dat deze groep de 'eenigste in die soort' is en dat de sculpturen veelkleurig zijn geschilderd.
Tot dusver kon inderdaad geen vergelijkbare voorstelling in het Antwerpse straatbeeld worden weergevonden. Uit 1874 stamt wel een beeld in de Sint-Antoniuskerk op de Paardenmarkt.
De beeldengroep is vandaag keurig witgeschilderd; de nis en omlijsting in een grijstint, samen met de gevel.
Typologisch hoort dit beeld tot de groep die pater Aerts het 'Issoudun type I' heet, ofwel de oudste loot in de reeks voorstellingen van 'Onze-Lieve-Vrouw van het Heilig Hart', ontstaan in 1861. Naderhand wordt de leeftijd van de voorgestelde Jezus jonger (3 à 4 jaar) en wordt hij weer door Maria gedragen (vanaf 1868).
In 1866 werd een ander beeld in de 'Achterstraat' (nu: Borgerhoutsestraat) vermeld. Het is niet duidelijk of het om een voorgangster van deze beeldengroep gaat of niet. (zie hieronder) — [WS]
Foto: WS, 2017
Prentbriefkaart: 'Autel et Statue vénérée de Notre-Dame du Sacré Coeur dans la Basilique d'Issoudun', Phototypie L.A. Chateaudun, ongedateerd - Verz. WS
[vkb1.1416] — Achterstraat. Op het hoekhuis de H. Maagd met het Kindje Jezus, het Goddelijk Kind staat voor zijne heilige Moeder geplaatst met de lange Kruis roede in de hand. Steunende op een gothischen voetzuil met fraey gotischen troon, in witten gree steen in 1866 opgerecht en vervaardigt door Dufau. /// N.B. Dit beeldeken is het werk van Redig, en niet van Dufau zoo als hier boven verkeerdelijk staat aangeteekend. [Hs1491, f° 19 v°].
Theo Aerts, 'O.-L.-Vrouw van het H. Hart: Theologische verschuivingen en iconografische variaties'. z.p., 1999, p. 10-18, 76, 84.
Thyssen 1902, p. 377; Thyssen 1922, p. 317
vkb1.0011